Sport categoriseert atleten in mannen en vrouwen. Dat is geen doel op zich. Vrouwen zouden in een gemengde competitie vrijwel kansloos zijn. Vooral mannen kijken vaak kritisch naar vrouwen op de sportbaan. Niet alleen naar de prestaties, maar ook naar de vrouw als sporter. Er bestonden en bestaan veel vooroordelen over vrouwen en de kwalijkste oordelen zijn dat ze geen vrouw zijn, niet 100% vrouw zijn of zelfs man zijn. In dit dossier kijk ik naar de manier waarop sportorganisaties besloten wie wel of geen vrouw was. Een ontluisterende periode.

/ Max Dohle /

 

Op de vraag wat vrouwen en mannen precies van elkaar onderscheidt, heeft de wetenschap geen eenduidig antwoord. Sportorganisaties denken dat ze dat verschil wel helder kunnen maken, met alle gevolgen van dien. Het dieptepunt is wel de uitsluiting van atleten van de vrouwencompetitie. Tientallen vrouwen zijn in de sportgeschiedenis verwijderd uit de competitie, steeds met andere argumenten, maar nooit gedragen door wetenschappelijk onderzoek.

Op zichzelf is uitsluiten vreemd, omdat alle grote sportkoepels, waaronder het Internationaal Olympisch Comité, verbroedering tussen de naties en de sporters propageren. Het uitsluiten van gezonde sporters die geen intentie hebben de competitie te vervalsen, is daar het slechtst denkbare voorbeeld van. George Orwell wist het ook: “sport is war, minus the shooting”. Het zou zo moeten zijn dat iedereen zonder discriminatie het recht heeft op sportbeoefening.

Het IOC schorste allereerst in 1936 drie atleten. Volgens de medische tijdschriften waren ze ‘mannelijke hermafrodieten’. Dat is een intern tegenstrijdige diagnose waar je geen kaas van kunt maken. Het ging in dit geval om de zogenoemde ‘verdachte atletes’. Atletes die door uiterlijk of prestatie opvielen. Sommigen kwamen in 1936 wel door de keuring zoals de Amerikaanse Helen Stephens (1918-1994) die goud won op de sprint. Zij doorstond de test en Hitler wilde haar maar wat graag in als nieuw staatsburger zijn nieuwe rijk opnemen. Er waren op deze Spelen tenminste twee atleten die toen niet door de keuring zouden zijn gekomen. Ze zijn echter nooit gekeurd. Een van hen was de hoogspringer Dora Ratjen, een man die als meisje was opgevoed omdat na zijn geboorte niet duidelijk was wat zijn geslacht was. Het werd pas in 1939 duidelijk dat Dora geen vrouw was toen hij door de spoorwegpolitie was aangehouden wegens travestie. Dora werd Heinrich Ratjen.

 

Afbeelding 1 Zdenka Koubkova tijdens het verspringen, 1936. Bron: Wikicommons.

 

Toen in 1936 de vermaarde sportbobo Avery Brundage in Time Magazine een interview las met de hardloper Zdeněk Koubek, voorheen Zdena Koubkova, vond hij het hoog tijd voor een verplichte geslachtstest. Vrouwen moesten voor de vrouwencompetitie ‘100 % vrouw zijn’, was zijn mening. Nu zouden we zeggen: niemand is 100% man of vrouw. Iedereen heeft kenmerken van het andere geslacht. Dat komt omdat we als embryo nog twee kanten op kunnen. Daarom hebben mannen tepels en vrouwen grote schaamlippen die feitelijk bestemd zijn voor de in te dalen testikels. Vrouwen maken ook testosteron aan, wat als een typisch mannelijk hormoon wordt gezien. Maar tot diep in de twintigste eeuw waren bestuurders uitermate autoritair hun wil was wet. Zij bepaalden wel wie niet of wel in de vrouwencompetitie mochten uitkomen niet gehinderd door kennis van zaken. Die houding heeft nogal wat mensen blijvende schade toegebracht.

Het IOC volgde Brundage nog niet in 1936, maar hij was ook vicevoorzitter van de Internationale Atletiek Federatie (IAAF), en in 1950 was de eerste algemeen verplichte genderverificatie een feit. Het eerste slachtoffer viel in Nederland. Foekje Dillema weigerde naar de keuring te gaan en werd voor het leven geschorst. Na haar dood bleek dat zij een intersekse was: een vrouw met een mannelijk chromosoom, maar uiterlijk vrouw.

Op de chromosomen liggen je erfelijke eigenschappen. Twee van de 46 chromosomen zijn de geslachtschromosomen genaamd X en Y. Twee keer X is vrouw, X plus Y is man. Maar die regel gaat niet altijd op. Er zijn mensen met XXY of met twee soorten cellen XX en XY. Ook hormonen bepalen je geslacht. Hormonen sturen de ontwikkeling van geslachtsorganen van een foetus.

De eerste verplichte testen waren in het thuisland. De atlete moest een verklaring van een gynaecoloog meenemen naar de wedstrijd. Dat heet een ‘gender certificaat’. In de jaren zestig twijfelde de IAAF aan de verklaringen van atleten uit het Oostblok. De Koude Oorlog heerste ook op het sportveld. Daarom verplaatste de federatie de test naar de wedstrijdlocatie. Dan kon je niet meer sjoemelen met certificaten. Deze keuring ontaarde in wat ‘naaktparades’ zijn genoemd. Alle vrouwen moesten op rij naakt langs een team van drie gynaecologen lopen. Het was een mensonterende keuring.

 

De XX-spelen

In de tweede helft van de jaren zestig kwam er een eenvoudige labtest beschikbaar. Die test maakte in elk geval eind aan de voor atleten vervelende onderzoeken. Een beetje wangslijm was nu voldoende. De arts kon in de lichaamscellen zien dat er twee X-chromosomen waren. Je mocht alleen verder met twee X-chromosomen. Het geslacht werd zo teruggebracht tot twee chromosomen.

Deze test was eenvoudig maar ook onbetrouwbaar. Het was de bedoeling dat atletes die niet door de test kwamen, fysiek onderzocht zouden worden. Doorgaans echter schrokken vrouwen al zo van de uitslag, dat ze afzagen van verder onderzoek. Ze kozen de weg van het voorwenden van een blessure om zich daarna stilletjes terug te trekken. Mogelijk was de uitslag van de test vals. Dat kwam voor.

Op de Winterspelen van 1968 startte het IOC ook met deze labtest. Uit de verslagen weten we dat gemiddeld 1 op de 425 atletes geschorst werd. In de samenleving komen intersekse condities bij vrouwen echter veel minder vaak voor. Waarom deze intersekse vrouwen goed zijn in sporten is tot op heden een wetenschappelijk raadsel.

 

Afbeelding 2 Stephanie, later Stephan Pekarova, later Pekarov. Een Tsjechische atleet die in de jaren dertig in Londen een geslachtsveranderende operatie onderging. Bron: auteur.

 

Androgeen ongevoelig

In de jaren tachtig kwam vanuit de wetenschap en gezaghebbende instituten steeds meer kritiek op de testen en de schorsingen. De Finse geneticus Albert de la Chapelle schreef in publicaties dat er een eind moest komen aan deze mensonterende keuringen er waren zoals hij schreef “te veel mensen beschadigd.” Samen met de Spaanse hordeloopster Maria Patiño spande hij met succes een zaak aan tegen het IOC. Patiño had weliswaar XY-chromosomen, maar is volledig ongevoelig voor mannelijke hormonen. Geboren als meisje en opgevoed als meisje kreeg ze de schrik van haar leven toen haar verteld werd dat ze genetisch man was. Haar wereld stortte in. De la Chapelle betoogde echter dat zij geen enkel voordeel kon hebben van mannelijk hormonen. Het IOC haalde bakzeil en Patiño kreeg haar wedstrijdlocatie terug. Patiño doceert tegenwoordig genderstudies aan de universiteit van Vigo in Spanje.

In 1992 stopte de IAAF met keuringen. Via de dopingcontrole zou wel blijken of iemand staand of zittend ging plassen. Wie officieel als vrouw leefde mocht als vrouw uitkomen. Het IOC ging echter niet gehinderd door kennis van zaken over op nog gedetailleerdere testen: op DNA-niveau. Op de Spelen van 1996 kregen acht vrouwen een startverbod, maar dankzij deskundigen werd de schorsing ongedaan gemaakt. De verplichte genderverificatie was op sterven na dood en in 1999 besloot het IOC om voortaan alleen ‘verdachte’ atleten te onderzoeken. Net als vroeger.

Een van die verdachte gevallen was Shanti Soundarajan in 2004 keurde de Indiase bond haar af en schorste haar voor het leven. Soundarajan raakte in een depressie en slikte een dodelijk middel dat ze bij de dierenarts had gekregen. Bijna dodelijk, want gelukkig braakte ze het middel weer uit. Het was een nieuw dieptepunt in een lange geschiedenis.

In 2008 liep er weer een ‘verdachte’ loopster, dit keer op de 800 meter. Caster Semenya was nog juniore toen ze door twee verschillende organisaties onder het mom van een dopingtest gekeurd werd: eerst door de Zuid-Afrikaanse bond en daarna door de IAAF. De Sidney Herald Tribune liet een van de keuringsartsen aan het woord die niet gehinderd door geheimhoudingsplicht vertelde dat Semenya geen baarmoeder en eierstokken had, maar inwendige testikels. Het ontaarde in een enorme rel. De voorzitter van de Zuid-Afrikaanse bond moest het veld ruimen en het land ging pal achter hun kampioen staan. Zo kon het niet doorgaan. Er waren al genoeg levens verwoest.

Het IOC vroeg daarom in 2010 aan een commissie om advies. Deze commissie adviseerde na beraad van een jaar om de gendertest af te schaffen. Voortaan zou alleen de testosteronspiegel leidend moeten zijn. Vrouwen met een te hoge spiegel zouden na een behandeling weer kunnen starten. Testosteron gaf volgens deze commissie de doorslag bij de sportprestatie. Zo’n behandeling kon een ingreep zijn of een hormoonkuur. Zolang de sporter het niveau maar omlaag bracht. Je was niet langer vrouw door chromosomen, maar door hormonen. Dat was een stevige omslag in het denken over sportvrouwen.

Caster Semenya koos voor een hormoonkuur en haalde desondanks een gouden medaille op de Spelen van Londen. Haar tegenstanders waren daar zichtbaar ontevreden over. Ze weigerden Semenya te feliciteren na de wedstrijd. Uiterlijk bleef ze echter koelbloedig. God had haar zo gemaakt, zei ze. Ze was wie ze was. Maar vooral de niet-Afrikaanse loopsters vonden haar overwinning oneerlijk. Semenya bleef echter lopen, ze had zich stipt aan de regels gehouden.

In 2015 schorst de Indiase bond de 18-jarige Dutee Chand. Chand komt uit een klein West-Bengaals dorpje ver weg van de grote stad. Ook zij wordt met een smoes naar een keuring gelokt. Chand laat de kaas niet van haar brood eten. Ze is pas 19 als ze haar zaak voorlegt aan het hoge gerechtshof voor de sport, het CAS in Lausanne. Drie dagen lang komen allerlei deskundigen aan het woord. De rechters besluiten het nieuwe reglement voor de duur van twee jaar op te schorten. De sportbonden konden het wetenschappelijk niet hard maken dat testosteron een doorslaggevende invloed heeft op sportprestaties. Er was domweg nooit onderzoek naar gedaan. Bovendien was de maatregel discriminerend omdat extreem hoge testosteronspiegels bij mannen wel toegelaten zijn. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Wat zou er moeten gebeuren? De sport zou de weg moeten verlaten van keuringen en behandelingen die niet zonder risico zijn en geen medisch doel dienen. Waarom zou je van gezonde vrouwen vragen om een behandeling te ondergaan? In het eerste decennium van deze eeuw zijn drie vrouwen uit ontwikkelingslanden in Frankrijk behandeld. Bij hen zijn inwendige testikels uitgenomen. Volgens de IAAF hadden alle drie toestemming gegeven. Maar wat moet je daarvan denken als het om drie vrouwen gaat zonder opleiding en met een wens om groot sporter te worden? Wat is zo’n toestemming dan waard? Bovendien kan sleutelen aan de hormoonspiegel kan leiden tot ernstige depressie.

Het is de hoogste tijd om alle sporters die niet de intentie hebben de competitie te vervalsen toe te laten tot de competitie. Wie als meisje is aangegeven, als meisje is opgevoed en officieel als vrouw leeft is een vrouw. Zij zouden deel moeten kunnen nemen in de vrouwencompetitie.

 

Max Dohle is schrijver en sporthistoricus. Eerder schreef hij een biografie van Foekje Dillema: Het verwoeste leven van Foekje Dillema (2008). Momenteel werkt hij aan een boek over de geschiedenis van genderverificatie aan de hand van biografieën voor de Amerikaanse uitgever McFarland.

 

Belangrijkste bronnen:

  • Court of Arbitration for Sport: CAS 2014/A/3759 Dutee Chand v. Athletics Federation of India (AFI) & The International Association of Athletics Federations (IAAF), Interim Arbitral Award, Lausanne, 2014.
  • Dohle, het verwoeste leven van Foekje Dillema (Amsterdam, 2008).
  • Heggie, ‘Testing Sex and Gender in Sports; Reinventing, Reimagining and Reconstructing Histories’, Endeavour 34.4 (2010): 157-163.