Haar naam is legendarisch geworden: Mata Hari. Ze is bekend geworden als oosterse danseres en femme fatale in het Parijs van de jaren '10. Margaretha Geertruida Zelle, zoals ze echt heette, is echter vooral de geschiedenis ingegaan als de soortnaam voor een type vrouw dat niet alleen fataal is in de liefde, maar ook in oorlog.

 / door Marijke Huisman /

Mata Hari

Op 7 augustus 1876 werd Mata Hari in Leeuwarden geboren als Margaretha Geertruida Zelle. Ze was het oudste kind van Antje en Adam Zelle, handelaar in hoeden en petten. Al jong moest ze leren op eigen benen te staan, haar ouders scheidden in 1890 en een jaar later stierf haar moeder. In december '94, toen Margaretha bij een oom in Den Haag woonde, las ze een huwelijksadvertentie in Het Nieuws van den Dag en besloot ze te reageren. Hoewel de man uit de advertentie, Rudolph MacLeod, bijna twintig jaar ouder was, viel Margaretha voor het feit dat hij militair was. Later zou ze in een interview zeggen: 'Mannen, die niet tot het leger behoorden, hebben mij nooit genteresseerd. De officier is in mijn oogen een hooger wezen, een held, steeds bereid tot het trotseren van alle gevaren, tot het beleven van alle avonturen'.
Deze voorliefde zou haar later opbreken. Tijdens de verhoren met kapitein Bouchardon van de Franse Geheime Dienst bracht hij juist het feit dat Mata Hari zoveel militaire minnaars had gehad, van evenzovele nationaliteiten, in verband met de aanklacht wegens spionage. Maar in 1897 was het nog niet zover.
Als echtgenoten vertrokken Rudolph en Margaretha in 1897 naar Nederlands-Indië, waar MacLeod gelegerd was. Na enige jaren, toen was gebleken dat Margaretha en Rudolph in geen enkel opzicht bij elkaar pasten, keerde het echtpaar terug naar Nederland. In 1902 werd de scheiding van tafel en bed uitgesproken en besloot Margaretha naar Parijs te vertrekken.
Na een aanvankelijk moeizame start als circusartieste en schildersmodel, werd Margaretha in 1905 een hit in de Parijse uitgaanswereld. Ze had als de oosterse danseres Mata Hari (maleis voor Oog van de Dag, ofwel de Zon) opgetreden in het Museum voor Oosterse Kunst. Gekleed in niets anders dan een sarong een een met juwelen versierde bustehouder voerde Mata Hari zogenaamde authentieke, oosterse dansen op voor de god Shiva. Het publiek was laaiend enthousiast, en ook de kranten schreven lovend over haar optredens. Een recensent van La Presse schreef: 'Niemand heeft het ooit aangedurfd om zo, trillend van extase en zonder sluiers, voor de god te treden, met zulke schone gebaren, zo gedurfd en toch zo kuis! Zij is een najade, een zuster van de nimfen, en een walkure, gecreerd om mannen en wijzen naar hun ondergang te voeren'.
Vanaf dat moment nam Margaretha's roem een hoge vlucht. Ze reisde door heel Europa voor optredens in Berlijn, Madrid, Monte Carlo en Wenen. In 1911 trad ze zelfs op als Venus in de operatempel van Milaan, de Scala. Maar de eerste Wereldoorlog zou een abrupt einde maken aan haar carrière als danseres. In augustus 1914 werd haar contract met het Berlijnse Metropol-theater verbroken.

Spionage
Toen op 28 juni 1914 de Oostenrijk-Hongaarse aartshertog Franz Ferdinand werd vermoord door een Servische nationalist, begon een nieuwe fase in de Europese geschiedenis. De Eerste Wereldoorlog veroorzaakte een radicale breuk met de decadente levensstijl van het fin-de-siècle. Ook Margaretha Zelle moest zich bezinnen. Omdat de Europese theaters waren gesloten, kon ze niet langer optreden. Ze vertrok naar Den Haag, naar haar minnaar Baron Van der Capellen. Maar in het burgerlijke Nederland viel niet veel te beleven voor de mondaine Margaretha, en ze besloot terug te gaan naar Parijs.
Vlak voordat ze vertrok, kreeg Mata Hari bezoek van de Duitse consul, Karl Cramer. Hij vroeg haar voor zijn land te spioneren in Frankrijk. In ruil daarvoor zou zij 20 000 franc ontvangen. Margaretha stemde toe. Hoewel Mata Hari het aanbod aannam, zei ze tijdens haar proces in 1917 dat ze nooit voor Duitsland had willen spioneren. Ze had de 20 000 franc simpelweg beschouwd als een 'herstelbetaling' voor het financiële verlies dat zij had geleden in Berlijn toen haar contract was verbroken. Bovendien wilde ze zich liever inzetten voor wat ze als haar tweede vaderland beschouwde, Frankrijk.

Mata Hari

Eenmaal aangekomen in Parijs ontmoette ze de jonge, Russiche kapitein Vadime de Massloff die zij later de liefde van haar leven zou noemen. Hoewel hij in Vittel was gelegerd, was Mata Hari vast van plan hem op te zoeken. Als buitenlandse mocht zij echter niet zonder speciaal pasje het militaire gebied betreden. Ze trok er dan ook meteen op uit om zo'n pasje te bemachtigen bij het Militair Bureau voor Buitenlanders op de Boulevard Saint-Germain 282, het gebouw waar ook de Franse contraspionagedienst, was gehuisvest. Het verhaal gaat dat Mata Hari een verkeerde deur binnenliep, en pardoes in het kantoor van kapitein Georges Ladoux, hoofd van het Bureau, stond.
Ondanks waarschuwingen van de Engelsen voor dit 'verdachte persoon', stelde Ladoux Mata Hari voor in dienst te treden bij het Tweede Bureau. Als beloning zou ze 1 000 000 franc ontvangen. Na haar bezoek aan Massloff in Vittel stemde Mata Hari in met Ladoux' verzoek. Om Frankrijk te kunnen dienen, maar ook omdat ze als spionne snel veel geld zou kunnen verdienen. Vadime had haar namelijk ten huwelijk gevraag, en met dit bedrag zou zij nooit meer hoeven te werken en zich volledig aan haar geliefde kunnen wijden. Ze vertelde Ladoux echter niet dat ze ook al benaderd was door de Duitsers, en zich had voorgenomen als dubbelspionne te gaan fungeren.
Er werd afgesproken dat Mata Hari via Spanje naar Nederland zou reizen om daar verdere instructies te ontvangen van een Franse agent. Tijdens de reis werd Margaretha echter aangehouden, omdat de Engelsen haar hielden voor de Duitse spionne Clara Benedix. Ze werd na enige verhoren vrijgelaten, maar mocht niet doorreizen naar Nederland. Op 11 december 1916 was ze terug in Madrid. Omdat Ladoux geen instructies doorgaf besloot de kersverse spionne zelf maar aan de slag te gaan. Ze legde contact met zowel de Duitse militaire attaché Von Kalle, als met de Franse kolonel Danvignes. In het neutrale Spanje functioneerde Mata Hari dus ogenschijnlijk volop als dubbelspionne. Haar verweer dat ze aan Von Kalle slechts 'onschuldige' nieuwsfeitjes uit oude Franse kranten vertelde, werd later niet door de Fransen geloofd. De militaire informatie die ze van Von Kalle naar de Franse Danvignes doorsluisde, bleek bovendien nooit in Parijs te zijn aangekomen. Maar inmiddels was de Franse Geheime Dienst argwanend geworden: men wist dat Mata Hari zich in Madrid omringde met allerlei militaire kopstukken, van verschillende nationaliteiten. Bovendien had de Franse Geheime Dienst Duitse telegrammen onderschept die erop zouden duiden dat Mata Hari ook in dienst van de vijand stond. Al met al stond Mata Hari er dus niet best voor aan het eind van 1916. Het probleem is dat zij haar activiteiten als 'dubbelspionne' geheel op eigen initiatief ontplooide. Tijdens of voorafgaand aan haar werkzaamheden, heeft ze de Franse Geheime Dienst nooit laten weten dat ze ook door de Duitsers was benaderd en geld van hen had aangenomen.
Toen Mata Hari begin januari '17 weer in Parijs was, hoorde ze van Vadime de Massloff dat hij voor haar was gewaarschuwd. Ze besloot onmiddelijk Frankrijk te verlaten en via Zwitserland en Duitsland terug naar Nederland te reizen. Maar de Franse autoriteiten weigerden haar het benodigde uitreisvisum. Een maand later, op 13 februari, werd er op haar hoteldeur geklopt. Zes agenten kwamen haar arresteren, op verdenking van spionage voor de Duitsers. Gewend aan luxe hotelsuites moest Mata Hari nu genoegen nemen met een eenvoudige cel in de Saint-Lazare gevangenis.

Femme fatale
Hoewel er geen enkel sluitend bewijs was voor de aanklacht tegen Mata Hari, werd zij in juli 1917 veroordeeld tot de dood. Tot op heden is er geen eenduidig oordeel over Mata Hari te geven. Het proces vond achter gesloten deuren plaats, en ook het proces-verbaal mocht niet gepubliceerd worden. Pas in 2017, honderd jaar na haar dood, zullen de Franse autoriteiten volledige inzage in haar dossier verschaffen. Tot nog toe hebben slechts enkelen toegang gehad tot (delen) van de verhoren die Mata Hari zijn afgenomen. En daaruit blijkt niet duidelijk dat Mata Hari werkelijk schuldig was aan dubbelspionage en de doodstraf heeft verdiend.
Er is wel gesuggereerd dat de Fransen, die op het front aan de verliezende hand waren, een daad wilden stellen. In Frankrijk woedde, naarmate de oorlog vorderde, een steeds grotere angst voor spionnen. Vanuit deze angst was het niet onlogisch te veronderstellen dat een vrouw die bekend stond als een courtisane, en bovendien van buitenlandse afkomst was, nog meer slechte daden op haar geweten had. Een veroordeling van Mata Hari, de beroemde danseres zou dan ook een enorme impuls geven aan het moreel van de Franse bevolking en de soldaten.
De suggestie dat 'vrije vrouwen' als Mata Hari niet alleen fataal zijn in de liefde, maar ook in tijden van oorlog heeft de beeldvorming rond Mata Hari grotendeels bepaald. De fundamenten voor die beeldvorming zijn gelegd in de jaren na haar executie. Het gebrek aan bronnenmateriaal maakte Mata Hari bovendien een gewillig slachtoffer voor de meest wilde fantasieën over ofwel haar amoureuze levenswandel, haar 'meesterschap' in de spionage, ofwel haar imago als 'femme fatale'.
De Franse journalist Charles Heymans bijvoorbeeld schilderde Mata Hari in 1930 af als een (Duitse) aasgier die mannen om haar vingers wond. Nog minder dan over haar vermeende pro-Duitse gevoelens of haar gewetensloze karakter, was hij te spreken over Mata Hari als vrouw.
Als vrouw wist Margaretha zich op geen enkele manier te gedragen, aldus Heymans. Ze flirtte met andere mannen, was lui en slordig. Ze gaf niets om het huishouden of haar man. Ze zou een 'femme fatale' zijn geweest, die demonische macht over mannen had, een macht die zij inzette voor haar activiteiten als spionne. Margaretha's artiestennaam Mata Hari duidt zijns inziens dan ook niet op een warme, levensbrengende zon, maar op een: 'tropische zon, de verschroeiende zon, een zon die blakert, die verblindt, die uitdroogt, die in vlam zet, die krankzinnig maakt en doodt'. Al met al is Heymans' oordeel vernietigend: Margaretha heulde met de vijand, en zij was het etiket 'vrouw' nauwelijks waardig.
Hoewel niet iedereen zo ver zal gaan met deze woorden in te stemmen, is een belangrijk onderdeel van de Legende Mata Hari juist haar typering als 'femme fatale' die mannen in het verderf stort. Nog steeds wordt Mata Hari's naam geassocieerd met de verleidelijke spionne die via het bed de grootste geheimen van staat en leger te weten kan komen.
Deze geseksueerde visie op vrouwelijke spionnen biedt mogelijkheden genoeg de mythe van de 'femme fatale' te ontmaskeren. Maar feministen en/of vrouwenhistorici hebben zich vrijwel nooit met Mata Hari beziggehouden. Emma Brunt is een van de weinigen die aandacht aan haar heeft geschonken. In haar bundel met necrologieën van bekende Nederlandse vrouwen, komt Mata Hari naar voren als een vrijgevochten, openlijk seksueel actieve vrouw. Iets wat niet vaak gezegd kan worden van feministen of andere vrouwen uit het begin van de twintigste eeuw. Toch legt Brunt vooral de nadruk op Mata Hari als 'projectiescherm': zij verbeeldde in haar dansen de dromen en (seksuele) fantasieën van mannen.
Hoewel mannen, en vooral militairen, een belangrijk deel van haar leven innamen, zou ik haar niet willen reduceren tot een 'projectiescherm' voor mannelijke fantasieën. Mata Hari is er immers in geslaagd haar fantasieën over militairen, roem en aadacht te verwezenlijken en een buitengewoon avontuurlijk leven te leiden.

Marijke Huisman schreef het boek Mata Hari (1876-1917): De Levende Legende dat in 1998 verscheen in de serie Verloren Verleden bij Uitgeverij Verloren te Hilversum. Deze serie is bedoeld om aspecten van de vaderlandse geschiedenis opnieuw onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

Dit artikel verscheen eerder in Savante, jaargang 6 (1997) 22, pp. 28-30
Het is ook in het Roemeens te raadplegen.