''De fiets heeft de vrouwen meer geëmancipeerd dan al het andere op de wereld'', zei de bekende Amerikaanse feministe Susan B. Anthony in 1900. Aan het eind van de vorige eeuw ontketenden vrij rondfietsende vrouwen een ware revolutie. Zij voldeden niet langer aan het beeld van de 'fatsoenlijke' vrouw, en tegenstanders maakten hen in spotprenten daarom belachelijk.
/ door Marijke Huisman /
Volgens sommigen begaven deze vrouwen zich op terreinen waar zij 'als vrouwen' niet hoorden. Fietsen zou schadelijk zijn voor de gezondheid van vrouwen. Net als studeren zou fietsen hen onvruchtbaar maken. De fiets was in feite dus een bedreiging voor de mensheid, want deze zou langzamerhand uitsterven!
Een ander argument tegen het dameswielrijden was dat vrouwen misvormd zouden raken omdat hun beenspieren zich ten opzichte van de rest van hun lichaam extreem zouden ontwikkelen. én de fiets zou een geheim middel zijn voor masturbatie. Dit idee sloot aan bij de algehele angst dat vrouwen die eenmaal de vrijheid van het fietsen hadden ervaren ook in andere opzichten de gewenste normen en waarden wat losser zouden hanteren. Met andere woorden: fietsende vrouwen zouden er ook wel een wat lossere seksuele moraal op nahouden...
In prenten die rond de eeuwwisseling in verschillende tijdschriften verschenen, werden de fietsende vrouwen dan ook regelmatig het doelwit van spot en hoon. Dit had ongetwijfeld te maken met het feit dat de fiets hé beeld werd voor de feministische beweging van die tijd. De fiets was de letterlijke verbeelding van de eis om meer bewegingsvrijheid voor vrouwen.
Keurslijf
Tegen het eind van de negentiende eeuw streden steeds meer vrouwen gezamenlijk voor hun recht op arbeid, onderwijsmogelijkheden en het kiesrecht. Langzamerhand groeide het feminisme uit tot een brede sociale beweging, waar ook veel mannen bij betrokken waren. De fiets kan worden gezien als een vehikel dat deze beweging zichtbaar maakte. Vrouwen kwamen letterlijk uit het huis, en stapten in hun broek of broek-rok op hun vélocipide om de wereld te ontdekken.
Aletta Jacobs (1854-1929), een van Nederlands bekendste feministen was een hartstochtelijk wielrijdster was. Samen met haar latere echtgenoot Carel Gerritsen maakte Nederlands eerste vrouwelijke arts en voorvechtster van het vrouwenkiesrecht vele fietstochten. In 1898 bijvoorbeeld waren de geliefden op een fietsÐreis door Engeland en Schotland.
Doordat Aletta op fietsvakantie was, miste zij een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Nederlandse vrouwenbeweging. In de zomer van 1898 stond Den Haag namelijk in het teken van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. De organisatrices wilden de publieke opinie ervan overtuigen dat arbeid ook voor (ongehuwde) vrouwen uit de midden- en hogere klassen goed en nuttig zou zijn. Tot dan toe werd het niet gepast geacht dat bemiddelde vrouwen zich zouden 'verlagen' (betaald) werk te verrichten. Het gevolg was dat vele vrouwen hun tijd in ledigheid doorbrachten, wachtend op een geschikte huwelijkskandidaat.
De bewegingsvrijheid van jonge vrouwen uit de gegoede milieus was minimaal. Hun gang werd letterlijk bemoeilijkt door de vele lagen zware rokken en de schoenen met hoge hakken die rond de eeuwwisseling in de mode waren. De vrouwen waren 'ingesnoerd' in een keurslijf van baleinen en corsetten zodat zij een hypervrouwelijk figuur kregen. Dit keurslijf had ernstige gevolgen voor de ademhaling en voor het functioneren van bijvoorbeeld de lever, die in de verdrukking kwam.
Hobbezakken
Al vanaf het einde van de achttiende eeuw maakten sommige artsen zich zorgen over de insnoering van het vrouwelijk lichaam, en rond 1900 waren er verschillende (vrouwen)organisaties die zich bezighielden met kledinghervorming. Zij pleitten voor lichte, eenvoudige jurken zonder al te veel versiersels die het lichaam niet vervormden. Deze kleding - die bekend is geworden als reformkleding of 'rational dress' - werd bijzonder aanstootgevend gevonden, want door de wind konden de contouren van een dij of borst worden gezien...! De critici leken te vergeten dat de damesmode veel meer dan de reformjaponnen - volgens hen 'hobbezakken' - de vrouwelijke vormen accentueerde.
Al vanaf het midden van de vorige eeuw waren er enkele vooruitstrevende vrouwen die zich in het openbaar in een broek of een 'rational dress' vertoonden. Lange tijd werden zij belachelijk gemaakt als manwijven of hobbezakken. De fiets zorgde echter voor een doorbraak: de broek werd geaccepteerd als een kledingstuk dat vrouwen tijdens het wielrijden konden dragen. Langzamerhand werd het ook steeds 'normaler' dat vrouwen de rational dress of de broek aantrokken als zij niet op de fiets zaten.
Dat ging niet zonder slag of stoot, want de broek werd lange tijd uitermate onaantrekkelijk gevonden voor vrouwen. Zo schreef de toentertijd bekende gynaecoloog en polemist Hector Treub in 1897 over 'de turksche broek' die dameswielrijdsters droegen ''... ik mag persoonlijk lijden dat het niet algemeen wordt. Op de fiets kan het er nog mee door, maar als tijdelijk wandeltoilet... brrr! Zelfs de Parisienne, de vleesch geworden élégance ziet er daarin weinig aantrekkelijk uit. Hoe zullen dan onze vrouwelijke landgenoten...''.
Behalve onaantrekkelijk, werd de vrouwenbroek ook beschouwd als onzedelijk omdat het vrouwelijk been dan zichtbaar werd, en dat in een tijd dat de glimp van een enkel als seksueel opwindend en/of aanstootgevend werd ervaren. Wat dat betreft was een rok of een broek-rok ook niet ideaal.
Rolwisseling
De discussies over de fietskleding voor vrouwen en de weerstand tegen de broek hadden te maken met de al eeuwen woedende 'strijd om de broek'. Een vrouw in een broek: dit was lange tijd hét beeld van absolute absurditeit. Aan de broek was een heel scala van ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid opgehangen. De broek representeerde het terrein van de man, de rok of jurk dat van de vrouw. Als dit onderscheid zou worden losgelaten, vreesden velen dat er een algehele verwarring zou ontstaan over de rollen van mannen en vrouwen in de samenleving.
Spotprenten van rond de eeuwwisseling verbeelden deze angst voor rolwisseling. Een voorbeeld is de prent uit een Duits tijdschrift, die hiernaast is afgebeeld. Een dandy - het toonbeeld van de 'verwijfde' man - vraagt een fietster in een broek om een vuurtje. Naast de kledingwisseling blijkt de rolwisseling hier ook uit het feit dat de man een vrouw om een vuurtje vraagt, en deze vrouw blijkbaar een aansteker op zak heeft! Deze 'absurditeit' is nog duidelijker zichtbaar in een Nederlandse prent die als titel 'Moderne meisjes' heeft. Met name door het onderschrift worden de rokende en broekdragende vrouwen belachelijk gemaakt. De maker van deze prent lijkt te willen zeggen dat juist Cato het bij het rechte eind heeft: de plaats van de vrouw is in het huis(houden).
Fris en gezond
Dat nu was een gedachte die onder invloed van het feminisme aan het eind van de negentiende eeuw onder druk kwam te staan. Op de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid konden de bezoekers zien dat een vrouw heel wat meer in haar mars had dan in afwachting van een huwelijkskandidaat rond te hangen. Behalve voor werk, was er op de Tentoonstelling ook aandacht voor muziek, kunst en sport. De dameswielrijdersclub 'Hazewind' uit Winterswijk demonstreerde bijvoorbeeld haar kunnen in het sierrijden.
Of zij gekleed waren in een broek, is niet bekend. Maar de fiets heeft onmiskenbaar bijgedragen aan een grotere bewegingsvrijheid voor vrouwen. Letterlijk werden zij bevrijd van de zware, onpraktische kleding. In een gemakkelijk fietskostuum kregen vrouwen de mogelijkheid zich onafhankelijker te bewegen en het benauwende bestaan binnenshuis achter zich te laten. De lichaamsbeweging had bovendien een positieve invloed op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van vrouwen. De arts en feministe Catharina van Tussenbroek hield bijvoorbeeld op de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid een hartstochtelijk pleidooi voor het fietsen als een middel om vrouwen weer levenslustig en gezond te maken. En zo fietste de Nieuwe Vrouw op de gebaande paden van de eerste feministische golf de twintigste eeuw in. Fris, vrolijk, gezond én in een broek.
Dit artikel verscheen eerder in: Vogelvrije fietser 24(1998)2, pp. 14-15