Juli 1950. Op weg naar een toernooi in Frankrijk, halen bestuursleden van de Nederlandse Atletiekunie Foekje Dillema uit de trein. Op het perron van station Hilversum vertellen ze haar dat haar reis hier stopt. Ze zal nooit meer in de atletiekcompetitie mogen uitkomen. Als ze haar koffer ophaalt uit de coupé, vragen haar teamgenoten wat er aan de hand is. Ze antwoordt: “Ze zeggen dat ik geen meid ben.” Dillema reist waarschijnlijk ontgoocheld terug naar haar geboortedorp Burum. Ze tekent geen protest aan en weigert ooit nog te praten over haar korte carrière op de atletiekbaan.

/ Max Dohle /

 

Foekje Dillema (1926-2007) groeide op in het Friese gehucht Burum, op de grens van Groningen. Haar vader Pieter zat als werkloze in de werkverschaffing. Armoede werd in het gezin in hoofdletters geschreven. Het grote gezin woonde in bij Foekjes grootvader Foeke. Ze was naar hem vernoemd. Foekje was het derde kind in een gezin van acht. De eerste vijf kinderen waren meisjes die veel huishoudelijke taken moesten doen en op hun 12e gingen werken als dienstmeisjes of huishoudsters. Meer dan lager onderwijs had niemand in het gezin genoten. Geen van de zussen had overigens ooit iets vreemds gezien aan Foekjes uiterlijk. Gewoon een meisje. Ze vonden haar wel stug en teruggetrokken.

Tot haar 19e heeft Dillema nooit gesport - daar was geen tijd en geen geld voor. En de oorlog gooide ook roet in het eten. Toen ze eenmaal hardloopschoenen had gekregen van Vitesse, de atletiekvereniging in Leeuwarden ging het snel. Binnen twee jaar behoorde ze tot de top drie van 200-meter loopsters in de wereld. Op de baan leefde ze helemaal op. Ze was een ander mens dan thuis, waar ze zelden iets vertelde over haar nieuwe leven. Op de baan was ze enthousiast en dolde ze graag met andere lopers. In juni 1950 liep Dillema een nieuw nationaal record op de 200 meter. Een maand later was haar loopbaan ten einde.

 

Afbeelding 1 Olympische Dag in Olympisch stadion. Foekje Dillema (links) verbeterde het nationaal record op de 200 meter, dat in handen was van Fanny Blankers-Koen (rechts), 18 juni 1950. Foto: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam. Bron: Flickr.

 

Terug naar de jaren dertig

In 1950 was Dillema het eerste slachtoffer van een verplichte geslachtskeuring Deze keuring was geen boze opzet van haar tegenstanders, zoals vaak gedacht wordt. Al voor de oorlog gingen er immers al stemmen op om een genderverificatie in te voeren voor alle topatletes. Dit was een reactie op artikelen in toonaangevende kranten en tijdschriften over geslachtsoperaties bij topsporters.

In de jaren dertig ondergingen in Engeland 20 mensen een medische ingreep waarbij het geslacht werd gecorrigeerd of aangepast. Het waren de eerste succesvolle operaties in de geschiedenis van de geneeskunde. Uit geheel Europa kwamen mensen naar Engeland voor deze ingreep. Opmerkelijk was dat de helft van de patiënten topsporter was (geweest). Deze operaties werden uitvoerig besproken in de Britse pers. De populaire pers suggereerde zelfs dat sportvrouwen van geslacht veranderden door topsport. Dat ze dus niet alleen competitiever werden en gespierder, maar letterlijk mannen konden worden. Sport was sowieso niet gezond voor vrouwen. Als je er al geen man van werd, werd je er op zijn minst onvruchtbaar van. Dat was overigens een vrij algemene opvatting in die tijd over vrouwensport.

 

Men in masquerade

De Amerikaan Avery Brundage – een van de meest invloedrijke sportbestuurders ooit – vond na het lezen van een artikel in Time Magazine over de Tsjechische transgender-hardloper Zdeněk Koubek, dat het hoog tijd was voor een verplichte genderverificatie in de olympische vrouwencompetitie. Doel van deze exercitie was the men in masquerade uit de vrouwencompetitie te weren. Met deze “mannen” bedoelde hij vooral ook de intersekse atleten, of “hermafrodieten” zoals hij ze toen noemde. Atletes moesten volgens Brundage “100% vrouw” zijn om deel te kunnen nemen aan de Spelen.

Als voorzitter van het Amerikaans Olympisch Comité pleitte hij op de Internationale meeting van 1936 in Berlijn voor een verplichte geslachtskeuring op de Spelen van 1940. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) vond het echter nog voldoende om alleen de ‘verdachte gevallen’ te laten onderzoeken. Dat gebeurde ook op de Spelen van Berlijn, waarop drie atletes uit de Olympische competitie zijn verwijderd. Volgens de medische pers waren dit mannelijke hermafrodieten.

In Berlijn kreeg Brundage de handen nog niet op elkaar voor zijn voorstel. Maar hij had meer ijzers in het vuur. Brundage was ook vicevoorzitter van de Internationale Atletiek Federatie. Deze IAAF ging wel mee in zijn opvattingen. Maar enige competitie van belang was er echter vanwege de oorlog na 1936 niet meer.

 

Afbeelding 2 Foekje Dillema, ca. 1950. Bron: Privécollectie Foekje Dillema.

 

Europese kampioenschappen atletiek

Pas na de oorlog ging de IAAF over tot genderverificatie op de Europese Kampioenschappen. De atletes moesten voor deelname aan deze kampioenschappen een verklaring van een gynaecoloog overleggen dat ze vrouw waren. Deze keuringen werden uitgevoerd in het land van herkomst. En zo moest het Nederlandse team zich melden in het Haagse Westeinde Ziekenhuis op 8 juli 1950.

De Britse atlete Sylvia Cheeseman was blij met deze ontwikkeling. Ze verzuchtte in 2008: “I simply couldn’t get away from all these men”. Met deze mannen bedoelde ze ook Dillema die haar had verslagen op een toernooi in White City. Het echtpaar Jan en Fanny Blankers had Cheeseman al van tevoren gewaarschuwd dat er ‘een man’ in het Nederlandse team zat. Cheeseman heeft vervolgens weinig moeite gedaan om Dillema te verslaan. Ze zou toch niet kunnen winnen van een man. En zo won Dillema beide sprintafstanden in 1949 in White City en werd athlete of the match. Gelukkig heeft ze zelf nooit geweten wat er achter de schermen was gebeurd.

In 2010, drie jaar na haar dood, bleek uit teruggevonden notulen van de Atletiekunie dat Foekje Dillema zich had afgemeld voor de keuring in 1950. Ze is er niet heengegaan. Op zichzelf was dat al voldoende reden om haar uit te sluiten. Publiekelijk was deze geslachtskeuring niet bekend. Over zulke zaken sprak of schreef je toen niet in Nederland. Daarom maakte de Atletiekunie ook niet bekend waarom Dillema was geschorst. Op de burelen van de pers werd er natuurlijk wel druk gespeculeerd over deze schorsing, maar erover schrijven was taboe. Intersekse personen zwegen zelf ook uit schaamte.

Het zou nog lang duren voordat intersekse personen hun schaamte overwonnen. Tv-persoonlijkheid Ryanne van der Dorst was de eerste Nederlandse die openlijk sprak over haar geboorte als “hermafrodiet”, zoals ze zichzelf noemt. Van der Dorst is geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Ouders en chirurgen hebben vrij snel na haar geboorte besloten een meisje van haar te maken.

 

Complottheorieën

Zestig jaar lang is er gespeculeerd over de reden van de schorsing van Dillema en dat was voer voor complottheorieën. In meerdere gevallen van schorsingen ontstonden de wildste theorieën. Zo zou de Duitse intersekse hoogspringer Dora (later Heinrich) Ratjen zelfs door de nazi’s zijn gedwongen om bij de vrouwen mee te doen. Maar complottheorieën zijn doorgaans fake news. In Dillema’s zaak zou het echtpaar Blankers haar in de val hebben laten lopen. Fanny Blankers Koen weigerde ooit tegen Dillema te lopen op de 200 meter, maar haar macht reikte natuurlijk niet zover dat zij haar naar een gynaecoloog kon sturen. Als je de gehele geschiedenis van de genderverificatie in ogenschouw neemt blijft er niets over van deze theorie. Wat was er wel aan de hand?

Na de dood van Dillema in december 2007 werd de veronderstelling getoetst dat zij een mannelijk Y-chromosoom had. Voor dit DNA-onderzoek onderzocht een forensisch genetica nagelaten huidcellen uit Dillema’s kleding. De veronderstelling was juist. Met een Y-chromosoom was ze genetisch voorbestemd om man te worden. Toch was ze geen man. Opmerkelijk was namelijk dat er een onbalans in X en Y-chromosomen was. Meer X dan Y en dat is een zeldzame conditie. Wat is hiervan de oorzaak?

Vrijwel direct na de bevruchting van de eicel zijn cellen niet goed gaan delen. De X-chromosomen zijn niet goed uiteengegaan bij de celdeling. Daardoor ontstond er een patroon met twee in plaats van één X-chromosoom in een cel: Meer X dan Y is een conditie die je nu vindt op de lijst van intersekse-condities. Het verstoort de geslachtsontwikkeling. Dillema had als gevolg daarvan zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Het Y-chromosoom codeert immers voor testikels. Foekje Dillema was een vrouw met kleine, onvruchtbare testikels die niet ingedaald waren. Maar die testes gingen in de puberteit wel voor een vrouw aanzienlijke hoeveelheden testosteron aanmaken. Dat verklaart haar zware stem, haar baardgroei en grotere spiermassa. We noemen dat hyperandrogeen, waarbij de androgenen staan voor mannelijke hormonen.

Dillema heeft als puber waarschijnlijk al begrepen dat er iets mis was. Er was zonder eierstokken geen menstruatie. Ze heeft in grote eenzaamheid geworsteld met dit lot. Erover praten kon absoluut niet in de jaren 40. En ook niet in het gezin Dillema. Na de schorsing is Foekje Dillema “geholpen aan haar klieren” zoals het in de familie bekend stond. Ze is in het Academisch Ziekenhuis in de stad Groningen geopereerd. We kunnen ervan uitgaan dat bij haar de testikels zijn uitgenomen. Door deze ingreep is haar testosteronspiegel flink teruggebracht. Daardoor kwamen haar vrouwelijk kenmerken beter tot uitdrukking. Maar ze kreeg geen herkansing op de atletiekbaan.

Makkelijk was het daarna beslist niet voor haar. Naar verluidt zou ze gedurende twee jaar na de schorsing haar huis nauwelijks uit zijn gekomen. Ze pakte uiteindelijk toch haar werk als huishoudster weer op. De dorpsjongens riepen wel eens brutaal: “Hé Foekje, ben je nu een man of een vrouw?” Het lot van intersekse vrouwen was in deze dagen beroerd. Ze leefden dikwijls ongetrouwd in grote eenzaamheid met hun grote geheim. Foekje ook. Journalisten wees ze altijd de deur. Ze wilde er niks meer van weten.

 

Afbeelding 3 Reportage Foekje Dillema roerend in een pan op een petroleumstel, Burum, 21 augustus 1949. Foto Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam. Bron: Flickr.

 

Gender

Biologisch en genetisch was Foekje Dillema een vrouw met mannelijke geslachtskenmerken. Haar geslacht was intersekse, haar gender was echter vrouw. In ons taalgebied staat gender voor de manier waarop iemand zelf naar zijn of haar geslacht kijkt. Foekje zag zichzelf als vrouw. Ze leefde als vrouw. Buitenshuis droeg ze ook altijd een hoofddoek om dat te onderstrepen.

Dillema was niet de eerste vrouw die uit de competitie is gehaald en zeker ook niet de laatste. Het was het lot van tientallen atleten. Uit medische statistieken van het IOC blijkt dat gemiddeld 1 op de 450 atletes intersekse is. Dat is veel meer dan je zou verwachten.

De bekendste moderne casus is die van de Zuid-Afrikaanse 800-meter loopster Caster Semenya. Haar zaak leidde in 2010 tot zoveel verontwaardiging dat schorsen voor het leven werd afgeschaft. Na een operatie of een hormoonkuur mocht de atlete terugkomen.

Helaas is de concurrentie niet blij met haar terugkomst. Er is niemand die Semenya feliciteert na de wedstrijd. Daarom loopt ze zelf nog even langs al haar tegenstanders om ze een hand te geven. Een ontroerend gebaar!

 

Court of Arbitration for Sport

De 19-jarige Indiase atlete Dutee Chand waagde in 2014 als eerste de stap naar de hoogste sportrechter. Ook zij was geschorst. Maar zij wilde geen onnodige behandelingen ondergaan.

Tijdens het proces bleek dat de grote sportorganisaties eigenlijk geen deugdelijk wetenschappelijk onderzoek hadden gedaan naar de invloed van testosteron op de sportprestaties van intersekse atleten. Ga je van testosteron harder lopen of hoger springen? Of zijn er andere factoren in het spel?

De rechter schorste de regels daarom voor de duur van twee jaar. De bonden moesten eerst maar eens onderzoek gaan doen. De sportmedisch deskundigen stonden daarmee flink in hun hemd. Ze hadden zonder spoor van bewijs geadviseerd om atleten onnodige en risicovolle behandelingen te laten ondergaan.

Foekje Dillema liep in juni 1950 een nieuw Nederlands record op de 200 meter. Ze was de facto toen ook de snelste loopster ter wereld op dat moment. Dat record is haar uit handen genomen. Van echt eerherstel is nooit sprake geweest. Wie weet komt de Atletiekunie ooit nog tot de conclusie dat Foekje Dillema de terechte Nederlands kampioen was.

 

Max Dohle is schrijver en sporthistoricus. Eerder schreef hij een biografie van Foekje Dillema: Het verwoeste leven van Foekje Dillema (2008). Momenteel werkt hij aan een boek over de geschiedenis van genderverificatie aan de hand van biografieën voor de Amerikaanse uitgever McFarland.

 

Belangrijkste bronnen:

  • Court of Arbitration for Sport: CAS 2014/A/3759 Dutee Chand v. Athletics Federation of India (AFI) & The International Association of Athletics Federations (IAAF), Interim Arbitral Award, Lausanne, 2014.
  • M. Dohle, Het verwoeste leven van Foekje Dillema. Amsterdam, 2008
  • V. Heggie, ‘Testing Sex and Gender in Sports; Reinventing, Reimagining and Reconstructing Histories’, Endeavour 34.4 (2010): 157-163.
  • Notulen Atletiekunie, Utrecht, juli 1950.