18e eeuw
‘Spaensche pepers’ en een ‘schrickelyck quaet’: sodomie in 18de-eeuws Brugge
Brugge, 26 juni 1781. Joannes Baptiste Jacobs, een blauwwever van middelbare leeftijd, wordt door het voltallige schepencollege veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig jaar in het provinciaal tuchthuis van Gent. Jacobs had namelijk verschillende minderjarige jongens “misleyt ende oneerlyck aengeraekt.” Uit de getuigenissen van Jacobs’ slachtoffers, die op het moment van hun ondervraging reeds volwassen waren, blijkt dat hij jarenlang jongens naar zijn huis lokte om ze seksueel te misbruiken terwijl de buurt hiervan op de hoogte was. Het proces Jacobs schetst dan ook een intrigerend beeld van hoe de stedelijke gemeenschap in Brugge omging met jongeren en deviante seksualiteit in een periode waarin sodomieveroordelingen steeds zeldzamer werden in de Oostenrijkse Nederlanden. Bovendien wijkt de zaak op enkele essentiële punten af van de overheersende attitude tegenover sodomie in achttiende-eeuws Europa, wat het belang van casestudies aantoont in het onderzoek naar deviante seksualiteit in het verleden.
Jonas Roelens
Fin de siècle
Een Groningse ontslagzaak en landelijke discussie: ontslag van onderwijzeressen bij huwelijk of zwangerschap
Veendam haalde in 1904 het landelijke nieuws met het gedwongen ontslag van een onderwijzeres wegens zwangerschap. Onderwijzeres Bieze-Ullman had geweigerd om zelf ontslag te nemen, terwijl het gemeentebestuur dit expliciet aan haar had gevraagd. Deze Groningse ontslagzaak zwengelde de discussie aan over de positie van gehuwde en zwangere onderwijzeressen in de school.
Greetje Bijl
Sportgeschiedenis
Korfbal en de emancipatie van de vrouw als sportster: “Mannen met baarden spelen tegen en met schoolmeisjes”
“In een korfbalclub met zes dames? Zijn jelui wel frisch? […] Denken jelui, dat ik zin en lust heb, om met een bal in een boodschappenmandje te gooien […] Ja, ik zal daar voor jelui staan dansen als een pias, met zwaaiende armen! […] Wat esthetisch … noem jelui dat esthetisch, als je een dame ziet rennen, vliegen, vallen? Noem jelui een wezen in een reform japon met loshangende, fladderende haren esthetisch? En dan, dames met heeren! Als jelui d’r niet waren, dan was het korfbal d’r ook niet.”
Zo reageerde een verslaggever in Het Sportblad van juni 1907 op een voorstel van zijn zuster en enige nichten om de zesde heer van hun korfbalclub te worden. Het was blijkbaar voor deze jongeman in juni 1907 een mal idee om met meisjes te sporten. Als er geen vrouwen in het spel waren, zouden jongens nooit gaan korfballen, zo lijkt de onderliggende gedachte. Dat zegt iets over de heftige reacties die korfbal opriep, nog geen vijf jaar nadat de eerste korfbalwedstrijd in Nederland gespeeld was.
Michel van Gent
Vrouwenarchieven
No documents, no history: de betekenis van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV) voor de ontwikkeling van het vak vrouwengeschiedenis in Nederland
In 1935 werd in Amsterdam het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging opgericht. In 1974 ontstonden vrouwengeschiedenisgroepen aan Nederlandse universiteiten die zich in 1976 verenigden in het Landelijk Overleg Vrouwengeschiedenis. In dit artikel beschrijft archivaris Annette Mevis de activiteiten van het IAV op het gebied van vrouwengeschiedenis en wat de betekenis is geweest van het bestaan van het IAV voor de ontwikkeling van vrouwengeschiedenis in Nederland tot ongeveer midden jaren negentig. Het artikel laat zien hoe het IAV vanaf de oprichting in 1935 mede vorm heeft gegeven aan de ontwikkeling van vrouwengeschiedenis door haar bestaan, activiteiten en publicaties. Maar het laat ook zien hoe historica’s vanaf 1974 het IAV beïnvloedden. In vier kaders is het aandeel van enkele individuele bestuursleden en medewerksters, meestal historica’s, uitgelicht.
Annette Mevis
Genderview
Kathy Davis: “Gender Studies in Nederland is onderhevig aan de wet van de remmende voorsprong”
De Amerikaanse sociologe Kathy Davis is bekend van haar baanbrekende werk binnen transnationale vrouwengeschiedenis. Momenteel is Kathy Davis senior research fellow aan de afdeling Sociologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam, en tevens redacteur van The European Journal of Women’s Studies. Haar onderzoeksinteressen zijn de sociologie van het lichaam, intersectionaliteit, travelling theory en transnational practices. In haar recentste boek werden al deze interesses verenigd in een onderzoek naar de genderdimensie van tango: Dancing Tango: Passionate Encounters in a Globalizing World (NYUPress, 2015).
Haar boek The Making of Our Bodies, Ourselves: How Feminism Travels Across Borders (2007) richt zich op de feministische klassieker Our Bodies, Ourselves. Geschreven door en voor vrouwen in 1971 werden onderwerpen als vrouwengezondheid en seksualiteit besproken. Het boek werd in tientallen talen vertaald sinds de jaren zeventig en in evenveel nationale contexten toegeëigend. Davis beschrijft het ongelijkmatige traject van de vertalingen en het flexibel auteurschap. Sindsdien heeft het boek diverse prijzen gewonnen (waaronder de Joan Kelly prize for women’s history van de American Historical Association).
Lees hier het volledige interview.
Lonneke Geerlings en Greetje Bijl
Recensie
Machtige vrouwen zoeken de grenzen op
Anneke Ribberink
Service en boeken