In 2019 was het precies honderd jaar geleden dat de wet op het algemeen actief vrouwenstemrecht in Nederland werd aangenomen. Reden voor een terugblik, aldus het Liberaal Vrouwen Netwerk. Op verzoek van deze organisatie, onderdeel van de VVD, schreven historici Fleur de Beaufort en Patrick van Schie (TeldersStichting) daarom het boek De liberale strijd voor vrouwenkiesrecht.
/ Carola Verbraak /
Om verwarring te voorkomen trappen de auteurs af met een belangrijke vaststelling: een liberale strijd voor vrouwenkiesrecht? Jazeker. Hoewel liberalen vandaag de dag vaak aan de rechtse, meer conservatieve kant van het politieke spectrum geplaatst worden, was dat rond 1900 anders. Met dank aan een antithese van Abraham Kuyper werden op dat moment namelijk alle partijen die zich op godsdienstige beginselen baseerden als ‘rechts’ bestempeld. Alle overige partijen, uiteenlopend van socialisten tot vrije democraten en liberalen, kwamen vervolgens links bij elkaar.
Helder overzicht
Binnen die gevarieerde groep ‘linkse’ partijen waren het juist liberalen die voorop liepen in de strijd voor vrouwenkiesrecht, stelt deze monografie. Het uitgangspunt wordt onderbouwd op een heldere en overzichtelijke manier in vier hoofdstukken. De Beaufort en Van Schie starten met een kort overzicht van de belangrijkste denkbeelden over vrouwenkiesrecht in Europa. De oorsprong hiervan voor de moderne politiek plaatsen zij in de Verlichting, met het werk van bijvoorbeeld Mary Wollstonecraft en Harriet Taylor Mill als representatief.
In de volgende twee hoofdstukken duiken de auteurs de diepte in. Ze kijken allereerst naar het politieke debat omtrent vrouwenkiesrecht in Nederland vanaf 1887 tot aan 1919. Op basis van krantenartikelen, handelingen van het parlement en publicaties van verschillende politieke partijen wordt achterhaald wie welke voor- en tegenargumenten aanhaalde om vrouwen stemrecht te geven. De ontwikkeling en duur van dit debat, evenals het uiteindelijke succes van de campagne, wordt in het derde hoofdstuk in een internationaal perspectief geplaatst. Wanneer werd vrouwenkiesrecht in andere landen ingevoerd en op welke manier verhield de strijd daar zich met die in Nederland?
Tot slot peilen De Beaufort en Van Schie op welke manier vrouwen deelnamen aan het politieke leven sinds zij stemrecht kregen. Eerder, in de inleiding van het boek, bejubellen de auteurs dit als een zeer heugelijk moment in de strijd voor democratie. Uit het laatste hoofdstuk blijkt echter dat de strijd voor brede maatschappelijke gelijkwaardigheid ook na 1919 door ging. Lang moesten vrouwelijke politici het namelijk doen met ambten die geacht werden goed bij hun sekse te passen. Ook wordt hun gedrag en fysieke voorkomen tot op de dag van vandaag strenger beoordeeld dan dat van mannelijke collega’s. Dergelijke hedendaagse feministische kwesties hebben voor liberale politici echter veel minder relevantie, aldus De Beaufort en Van Schie: in het publieke leven hoort de Nederlandse staat zich namelijk weinig te mengen.
Weergeven maar niet verklaren
Het thema vrouwenkiesrecht is erg interessant en wordt door de auteurs op mooie, toegankelijke wijze beschreven. Wie geen (grote) kennis van de Nederlandse politieke geschiedenis of eerste feministische golf heeft, zal nog steeds duidelijk overzicht kunnen houden over alle actoren en chronologie van gebeurtenissen. Dit komt mede door alle verklarende kaders, waarin bepaalde personen, begrippen of gebeurtenissen verder worden toegelicht.
Het oog voor detail in dit boek is prettig, hoewel het met tijd en wijlen zorgt voor wat taaie passages. Doordat de auteurs vooral opinies en gebeurtenissen weergeven, mist het boek voornamelijk in hoofdstuk twee en drie ook een zeker verklarend kader. Uit de opsommingen van De Beaufort en Van Schie komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren dat veel van de voor- en tegenargumenten bij vrouwenkiesrecht zich focusten op het verschil in ‘natuur’ tussen mannen en vrouwen. In het verlengde hiervan zag men een andere ‘taak’ voor vrouwen binnen het gezin en de maatschappij, zaken die sterk in de burgerlijke cultuur van de negentiende eeuw verankerd waren. Meer expliciete aandacht voor deze bredere contemporaine oorsprong van politieke opvattingen had het boek net iets meer kracht gegeven.
Liberale strijd?
Mag de invoering van het vrouwenkiesrecht in Nederland nu ten eer vallen aan de liberalen? Dat punt bekrachtigen lukt dit boek niet helemaal. Hiervoor brengen de auteurs als historici te veel nuance aan in hun verhaal. Kijkend naar zowel Nederland als andere landen laten zij zien dat politieke besluitvorming vele aspecten kent. Persoonlijke karakters en motivaties, brede maatschappelijke ontwikkelingen en onvoorziene gebeurtenissen spelen hierbij allemaal een rol - maar het aanhalen van die grijstinten maakt dit boek juist een boeiende studie.
Fleur de Beaufort en Patrick van Schie, De liberale strijd voor vrouwenkiesrecht (Amsterdam: Boom Uitgevers, 2019).
Carola Verbraak (1991) is historica en werkzaam bij museum Het Markiezenhof in Bergen op Zoom.