De heks van Limbricht is een betoverend boek van Susan Smit over een vrouw in een wereld van wijsheid en bijgelovigheid, van onafhankelijkheid en sociale druk, van weelde en armoede, van onderdrukking en verzet, van ware liefde en verraad. Op een dag wordt de nietsvermoedende Entgen Luijten, een weduwe die een teruggetrokken en natuurminnend bestaan leidt, ruw opgepakt op verdenking van hekserij. Ze krijgt geen tijd meer om haar klompen aan te trekken. Gevangen in de ondergrondse kerkers van het kasteel is ze dagenlang overgeleverd aan niets anders dan een homp brood en haar eigen herinneringen. Het verhaal van Entgen ontvouwt zich in flashbacks op de koude kerkervloer terwijl ze de beschuldigingen afwacht, waardoor haar leven zich voor de lezer afspeelt en verdiept tijdens het heksenproces.


/ Julia Maria Keers / 

De heksenjachten vonden grotendeels plaats in Europa van de 16e tot de 18e eeuw en vormen een zwarte bladzijde in de Europese geschiedenis. Ze waren een voortzetting van de kettervervolgingen die in de 12e eeuw begonnen in Frankrijk, waarin ketters werden opgepakt, omdat ze de officiële leer van de kerk ondermijnden door er andere ideeën op na te houden. Hoewel de heksenjachten vooral als een middeleeuwse praktijk worden gezien, horen de massale executies die erop volgden juist bij de renaissance waarin de wetenschap en het rationele denken opkwamen.

Wanneer een vrouw eenmaal was beschuldigd van hekserij en opgepakt als heks bracht ze het er nagenoeg nooit levend vanaf; ze werd met handen en voeten vastgebonden in het water gegooid, tot de brandstapel veroordeeld of gemarteld tot ziekte en de dood erop volgden. Men mocht alleen straffen als een vrouw schuld bekende, waarvoor de folteringen en martelingen goed van pas kwamen; op de pijnbank bekenden slachtoffers altijd. Als de slachtoffers bekenden deel uit te maken van een duivels complot, werden ze vaak gruwelijk om het leven gebracht. Maar de onafhankelijke Entgen Luijten, wiens procestukken uit 1674 bewaard zijn gebleven, vormde hier een uitzondering op. Dit trok de aandacht van romancier Susan Smit, die besloot om haar verhaal verder te onderzoeken. De Heks van Limbricht is naast een beeldschone tegelijkertijd een wrange en hartverscheurende roman geworden: de dierbaren van Entgen zijn niet veilig; ze worden uitgebuit, gevangen gehouden of onderdrukt door de rijke landheer Nicolaas van Breyll die erin slaagt, in combinatie met de macht van een corrupte kerk, om de religieuze en angstige dorpelingen zowel godvrezend als argwanend naar elkaar te houden.

In haar nawoord wijst Susan Smit op De Heksenhamer. Tot het begin van de 15e eeuw was men het erover eens dat hekserij berustte op verbeelding, maar dit veranderde toen in 1487 het beroemde boek De Heksenhamer verscheen. Hoewel de kerkelijke macht er aanvankelijk weinig mee ophad, was De Heksenhamer een handleiding ter promotie van de heksenjacht, waarin de laatste twijfelaars overtuigd moesten worden van de noodzaak ervan. Volgens De Heksenhamer bestonden er occulte vrouwen die heimelijk een verbond met de duivel hadden gesloten, op bezemstelen reden en een gezamenlijke heksensabbat hielden. Heksen waren veelal vrouwen: vruchtbaarheid, oogst, voedsel en voortplanting waren zaken die vrouwen aangingen, en autonome, alleenstaande of vrijgevochten vrouwen bedreigden het christelijke geloof, het patriarchaat en het menselijke leven in zijn kern. De conclusie van de auteurs van De Heksenhamer is daarom dat vooral vrouwen zouden doen aan witchy business: “Daar de vrouw dus van nature slecht is, en minder geloof heeft, loochtend zij ook eerder het geloof, hetgeen de grondslag van hekserij is[1]”. De Heksenhamer werd een bestseller die in een handig zakformaat in verschillende steden verscheen en, behalve als een pocket voor de signalering van een heks in het dorp, ook als een praktische gids voor het voeren van een heksenproces functioneerde.

Uiteindelijk hebben de heksenvervolgingen naar schatting ongeveer aan één miljoen vrouwen het leven gekost; de beschuldiging van een dorpsgenoot, een mislukte oogst of een niezende koe was genoeg om een vrouw als heks aan te wijzen; meestal betrof het middelbare vrouwen en weduwes, die alleen waren en een grote kennis van de natuur hadden verworven. De slachtoffers waren vaak machteloos, arm en eenzaam. Er was echter nog iets wat Susan Smit opviel tijdens het lezen van de heksenprocessen; de betreffende vrouwen werden vaak beschreven als mondig en verbaal sterk, met een vlijmscherpe tong. De vlijmscherpe tong van een vrouw stond voor de kerkelijke macht gelijk aan een gevorkte tong. Zo ook in het geval van Entgen Luijten, die niet op haar achterhoofd was gevallen. Dat verbaal sterke vrouwen vaak werden gedemoniseerd geeft stof om over na te denken. Tot op de dag van vandaag kan er, ondanks dat religie gelukkig een minder prominente rol speelt, nog steeds iets ‘misdadigs’ aan succesvolle vrouwen of vrouwen zonder kinderen kleven, simpelweg door het feit dat ze zichzelf steeds nader moeten verklaren en tegenover hun omgeving moeten verantwoorden dat ze hun vrouw zijn anders hebben ingevuld, dan alleen met het moederschap.

Maar ondanks het geweld dat Entgen tijdens haar proces wordt aangedaan is De heks van Limbricht een verhaal over liefde; de liefde voor haar wijze grootmoeder, voor haar hardwerkende en doorploegende vader, voor haar mooie dochter en haar liefdevolle man Jacob. Daarnaast beschrijft Smit in schilderachtige penstreken Entgen’s liefde voor de natuur; voor het dansende daglicht en het schaduwspel van het licht met de bomen, voor de dwarrelende blaadjes in de bossen en voor alles wat bloeit en groet in haar moestuin. Entgen staat met haar voeten in de klei en houdt van haar vrijheid, iets wat als een ongebruikelijke en een heidense praktijk voor vrouwen van haar tijd wordt beschouwd. 

Een mooi element van de roman is dat Susan Smit van Entgen niet alleen een slachtoffer maar ook een vrouw van vlees en bloed maakt, vooral in haar huwelijk met Jacob, die eigenlijk als enige personage heldenmoed en ware liefde toont. Het avontuur van hun huwelijk, hun constante dans van nabijheid en afstand, is even spannend als prachtig. Entgen’s verhaal met Jacob is liefdevol en hartverwarmend. Zo neemt Jacob een deel van de zorg voor hun dochter Grietchen op zich omdat Entgen zich niet overspoelt voelt door moederlijke instincten, waarop hij de baby in een draagzak mee de akker opneemt, zodat ze als kersverse moeder ook wat tijd heeft om terug naar het dorp te gaan om te onderhandelen over de oogstprijzen. Dit is iets waar de dorpelingen schande van spreken, maar Jacob blijft rustig. En ondanks de beoordelende blikken van buiten zijn ze een gelukkige familie en hebben ze het samen goed, zelfs iets beter dan de dorpelingen die minder kennis van de natuur hebben en daardoor vaker worden geconfronteerd met zieke dieren en een mislukte oogst.

Susan Smit maakt de groeipijnen en wervelende fricties die bij het leven horen tot op de huid invoelbaar, van de energie die Entgen’s devote en zeurende moeder kost en de bezorgdheid om haar zachtmoedige dochter, tot de manier waarop ze zich in zichzelf opvreet wanneer haar vader bij zijn begrafenis ‘een rechtschapen man’ wordt genoemd omdat hij jarenlang oud, versleten en ziek het veld op is gegaan voor een armetierig dagloon, terwijl de kasteelheer ondertussen in weelde leeft. Op de achtergrond schitteren tenslotte de dorpelingen die even veranderlijk en grillig zijn als het weer, een hulpvraag aan Entgen voor geneeskrachtige kruiden kan even makkelijk omslaan in een verwijt of beschuldiging, de mogelijkheden voor verbroedering en opstand worden net zo makkelijk weer opgegeven.

Entgen’s geestdrift, veerkracht en mondigheid worden haar niet in dank afgenomen, maar ondanks de martelingen en ontberingen houdt haar geest tijdens het proces tegen haar stand. Susan Smit wijst erop dat het tijdens heksenvervolgingen gebruikelijk was dat gemartelde vrouwen andere vrouwen als heks aan moesten wijzen, een oud patroon waarvan ze vermoedt dat het onderling wantrouwen en onze neiging om elkaar met argusogen te bekijken heeft verstrekt. In haar nawoord doet ze daarom een oproep tot verzustering – vrouwen voelen zich vaak nergens zo ongemakkelijk als in een groep met vrouwen - maar terwijl ik het boek in de vensterbank las riepen verschillende vrouwen voor de kerk naar me omhoog dat ze De Heks van Limbricht een prachtig boek vonden, en dat vormde wel een kleine troost. Het is zowel een geslaagde hartstochtelijke roman als eerherstel voor de slachtoffers van de heksenvervolging.

[1] Antoinette Visser, Els Kloek en Fia Dieteren, Naar Eva's beeld: de geschiedenis van de vrouw in de Europese cultuur (Schuyt & Co, 1987).  


Susan Smit, De heks van Limbricht (Lebowski, 2021), 256 blz. € 21,99.


Julia Maria Keers (1989) is literatuurwetenschapper en freelance journalist.