Historica pakt in 2019 uit met een themanummer over de strijd om het vrouwenkiesrecht. Lange tijd werd in Nederland 1917 aangehouden als het jaar waarin Algemeen Kiesrecht werd ingevoerd als onderdeel van de Pacificatie, die een mijlpaal in de geschiedenis heette te zijn. Maar was er eigenlijk wel sprake van Algemeen Kiesrecht in 1917? Voor mannen én voor vrouwen? Was de Grondwetswijziging niet een grote teleurstelling voor de vrouwenkiesrechtstrijdsters? Uiteindelijk heeft het met dank aan de mislukte revolutie van Troelstra niet lang meer geduurd en werd in 1919 alsnog het algemeen actief en passief vrouwenkiesrecht in de kieswet vastgelegd, waarmee Algemeen Kiesrecht dus echt een feit was. De nationale viering van 100 jaar Algemeen Kiesrecht heeft zich voor het eerst in honderd jaar aan dit inzicht aangepast met de keuze voor het jaar 2019. Om deze feestelijke herdenking te onderstrepen wil Historica de focus leggen op de fascinerende strijd om het vrouwenkiesrecht, waarbij ook aandacht is voor de gelijktijdige en latere strijd om politieke vertegenwoordiging in de koloniën en van koloniale subjecten, ingezetenen van het koloniale Nederland.
De Nederlandse vrouwenkiesrechtbeweging heeft tot op heden relatief weinig aandacht gekregen van historicae (m/v). Voor een deel heeft dit te maken met de onderwaardering voor gender als analytische categorie in de geschiedenis, voor een deel komt dit ook door de sterke beeldvorming in termen van ‘burgerlijk feminisme’ die nog steeds visioenen oproept van elitaire dames die ook met beperkt kiesrecht genoegen namen om hun klassepositie niet te verzwakken. Het is van belang om in het nieuwe onderzoek de term burgerlijk niet (alleen) in Marxistische zin, maar vooral ook in haar democratische-politieke betekenis te begrijpen: in de zin van gericht op volledig ‘staatsburgerschap’ van vrouwen dat een fundament moest geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid en dat ook de beperkingen van die gehechtheid aan de (koloniale) staat niet negeert of ontkent. Tegelijkertijd is het van belang om in de geschiedschrijving niet alleen uit te gaan van de vrouwenkiesrechtbeweging als een politieke beweging die louter gericht was op politieke representatie, maar ook aandacht te besteden aan de identiteitsvormende aspecten van de beweging en de performance van gender. Vrouwen werden in en door de beweging ook ‘andere vrouwen’, en de vraag is hoe die transformatie werd verwoord en gestalte kreeg.
De vrouwenkiesrechtstrijd was een transnationaal verschijnsel die ook transnationaal bestudeerd moet worden. Daarbij moet iedere nationale vrouwenkiesrechtbeweging in de eigen sociaal-culturele en politieke context begrepen worden. Een andere belangrijke vanzelfsprekendheid in de bestaande historiografie, is dat de strijd om het vrouwen kiesrecht een proces was, niet in de zin van een lineaire ontwikkeling die overal vergelijkbare trekken had, maar van een grillig patroon van barrières die geslecht moesten worden en van vormen waarin de vertegenwoordiging van vrouwen gestalte kreeg op verschillende plaatsen en op verschillende tijden.
Onderwerpen die aan de orde kunnen komen zijn:
- De ontwikkeling van het Nederlandse vrouwenkiesrecht in wet en wetgeving, ook in de koloniën en na 1919
- (Aspecten van de geschiedenis van) het Nederlandse vrouwenkiesrecht in de parlementair-politieke context
- Biografieën van belangrijke en minder belangrijke betrokkenen in de VrouwenKiesrecht-beweging: de Vereeniging voor vrouwenkiesrecht, de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht, de Mannenbond voor vrouwenkiesrecht en de Bond van Proletarische vrouwen, en na 1919 voor en tijdens de dekolonisatie
- Vrouwenkiesrecht-feminisme en identiteit – in woord en beeld, zelfrepresentatie en representatie door anderen
- Plaatselijk kiesrechtactivisme
- Kunst en Kiesrecht – vormen/symbolen in de (propaganda)strijd – onderzoek naar de toneelstukjes en andere vormen van declamatie en recitatie tijdens propaganda-avonden
- Plaatsen, objecten, beelden van de herinnering aan de Vrouwen Kiesrecht-beweging
- Vrouwenkiesrecht in de karikatuur en literatuur
Historica verwelkomt bijdragen gebaseerd op origineel bronnenonderzoek, met een lengte van 3100, 3850, 4700 of 5500 woorden.
Auteurs worden uitgenodigd om een eigen voorstel in te dienen. Om toekomstige auteurs te ondersteunen bij het ontwikkelen van onderzoek zal in september een seminar worden georganiseerd waarin zij hun prille plannen kunnen voorleggen of ideeën kunnen opdoen voor onderzoek. Hiervoor geldt dat deelnemers zich tot 1 september kunnen opgeven met hun abstract of een conceptplan. Wel moeten deelnemers het voornemen hebben een artikel te schrijven.
Deadlines
- Abstract: 1 oktober 2018
- Artikel: 1 februari 2019 (of eerder!)
- Publicatie: juni 2019
Historica is een Nederlands-Belgisch tijdschrift voor gendergeschiedenis en verschijnt driemaal per jaar. Alle artikelen worden onderworpen aan een wetenschappelijke peer-review. Volledige auteursrichtlijnen en verdere informatie via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.