Van moeder op dochter of moedermoord? Nieuwe perspectieven op de geschiedenis van vrouwenbewegingen in Nederland en België (1870-2020)
Een recent overzichtswerk over de geschiedenis van de vrouwenbeweging in Nederland wordt node gemist. Weliswaar verscheen in 2001 Caleidoscopische visies (Botman, Jouwe en Wekker) over de geschiedenis van de zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland en zagen diverse deelstudies over onder meer de strijd voor het vrouwenkiesrecht en abortus het licht, maar het meest complete overzicht is nog steeds het inmiddels verouderde standaardwerk Van moeder op dochter (Posthumus-van der Goot). Ook handboeken over de Nederlandse geschiedenis komen veelal niet verder dan beknopte aandacht voor de zogenaamde eerste dan wel tweede feministische golf. Voor België verscheen eind 2018 de Encyclopédie de l'Histoire des Femmes (Gubin, Jacques, Marissal) en is er het meer laagdrempelige Des femmes dans l'histoire de Belgique depuis 1830 (Van Rokeghem, Vercheval-Vervoort, Aubenas) uit 2006. Maar in het Nederlands ontbreken overzichtswerken, al bracht Monika Triest in 2018 enkele figuren op het voorplan in haar Wat zoudt ge zonder 't vrouwvolk zijn, een geschiedenis van het feminisme in België.
Voor Nederland zijn het vooral recente wetenschappelijke biografieën over vrouwen als Marie Anne Tellegen, Corry Tendeloo, Marga Klompé en Hilda Verwey-Jonker die duidelijk maken dat er nieuwe verhalen zijn te vertellen over de geschiedenis van de vrouwenbeweging. Dankzij de aandacht voor intersectionaliteit (zie bijvoorbeeld Dupont, Hofman en Roelens, Verzwegen verlangen: een geschiedenis van homoseksualiteit in België, 2017) en de digitalisering van belangrijke bronnen kunnen er andere vragen gesteld worden. Hierom is het een uitgelezen moment om nieuwe perspectieven op de geschiedenis van de vrouwenbeweging in Nederland en België te ontwikkelen en, last but not least, nieuw onderzoek te stimuleren. Precies dat is wat wij beogen met het themanummer van Historica: historici aanzetten onderzoek te doen naar de geschiedenis van de vrouwenbewegingen in Nederland en België.
Voor dit themanummer van Historica zoeken wij artikelen met vragen over het wanneer, wie, en hoe van de vrouwenbewegingen in België en Nederland in de afgelopen anderhalve eeuw.
- Wanneer is er sprake van een actieve vrouwenbeweging?
In de historiografie en het algemeen spraakgebruik wordt steeds gesproken over een eerste en tweede feministische golf. Waarom is dat en hoe terecht is dat? Er wordt immers ook niet gesproken over socialistische golven maar over de geschiedenis van het liberalisme of het socialisme. In deze bijdrage willen we de traditionele opvattingen over de chronologie ter discussie stellen. Ook vinden we het interessant om te onderzoeken waarom feministen in de jaren zeventig weinig gedaan hebben met de verworvenheden van de eerdere generaties. Is hier sprake van moedermoord?
- Wie maken deel uit van de vrouwenbewegingen?
De vrouwenbeweging is altijd breed geschakeerd geweest en heeft vrouwen en mannen van uiteenlopende achtergronden, posities, politieke kleuren en religieuze opvattingen omvat. Maar wie en welke organisaties kunnen wel of niet tot de vrouwenbeweging worden gerekend? Welke processen van in- en uitsluiting hebben plaatsgevonden? Grote vrouwenorganisaties van bijvoorbeeld plattelandsvrouwen zijn eerder geframed als traditioneel en hebben nog nauwelijks aandacht van historici gekregen. Waarom zouden zij wel of niet tot de vrouwenbeweging gerekend kunnen worden? We verwelkomen hierom bijdragen die ingaan op de betekenis van het intersectionele denken.
- Hoe hebben vrouwenbewegingen geopereerd?
Op diverse momenten in de tijd hebben vrouwenbewegingen gebruik gemaakt van een uiteenlopend actierepertoire. Waar in de ene periode een beroep op internationale verdragen en informeel lobbywerk succesvol was, was op een ander moment een beroep op het eigen lichaam en de persoonlijke emotie effectief. Bijdragen die zich richten op die verschillende actierepertoires, waarbij aandacht is voor strategie, optreden in de publieke dan wel private sfeer en allerlei culturele uitingen zijn dan ook van harte welkom.
- Waar kunnen we vrouwenbewegingen lokaliseren?
In de historiografie is vooral aandacht voor het nationale niveau. Weinig aandacht is er voor vrouwen op lokaal niveau die bijvoorbeeld actief zijn in een vrouwenkiesrechtafdeling, vrouwengilde of de gemeenteraad. Ook zijn er feministen die geïnspireerd werden door internationale ontwikkelingen zoals de conferenties van de Verenigde Naties (van Mexico in 1975 tot Beijing in 1995). Daarnaast kenmerkt de geschiedenis van het feminisme zich door aandacht voor het individuele niveau (het persoonlijke is politiek). In dit themanummer is ruimte voor bijdragen die de wisselwerking tussen die diverse niveaus onderzoeken of de schijnwerper richten op lokale activiteiten zoals de oprichting van vrouwenboekhandels, vrouwenuitgeverijen, vrouwengezondheidscentra en vrouwencafés. We verwelkomen artikelen waarin aandacht is voor de rol van Nederland en België als empire en de wisselwerking tussen het ‘moederland’ en voormalige koloniën.
- Bronnenmateriaal en opkomst digital humanities
Tot slot willen we nog uitdrukkelijk de mogelijkheid openhouden om stil te staan bij de verbeterde toegang tot bronnen (Wikipedia, Delpher, oral history) en de perspectieven die de opkomst van digital humanities en de digitalisering van bronnen zoals door Atria bieden.
Margit van der Steen is speciale gastredacteur voor dit themanummer
Auteurs worden uitgenodigd om een voorstel in te dienen d.m.v. een abstract van ca. 250 woorden. Historica is een Nederlands-Belgisch tijdschrift voor gendergeschiedenis. Historica verwelkomt Nederlandstalige bijdragen die zijn gebaseerd op origineel bronnenonderzoek of literatuuronderzoek, met een lengte van 5500, 4700, 3850 of 3100 woorden (inclusief voetnoten). Alle artikelen worden onderworpen aan wetenschappelijke peer-review. Voor de volledige auteursrichtlijnen kunt u contact opnemen met: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Deadlines
Abstract: 1 februari 2021
Artikel: 1 juni 2021
Publicatie: oktober 2021